MARTIN REINTS
terug naar fondslijst
home
|
|
file:\\
druksel \ fondslijst \ Martin Reints \ meer
De omslagtekst van Martin Reints’ beschouwingenboek ‘Nacht-
en dagwerk’ vermeldt: “Martin Reints is een dichter
die graag nadenkt.’ Completer en compacter kan het niet
gesteld worden. Het nadenken is niet vrijblijvend (daarom is
het woord graag van het citaat toch slecht gekozen) maar een
essentiële daad. Het denken behoort de mens toe. Denken
en poëzie is ook een gevaarlijke combinatie. Velen hopen/vrezen
een heideggeriaans denken dat duister/ongeloofwaardig/metafysisch
is. Martin Reints is echter een dichter en denker van heldere
gedachten waar de ruimte en het licht plaats krijgen.
Reints (Amsterdam, 1950) is een auteur van een (tot nu toe)
klein maar bijzonder waardevol oeuvre: een essayboek en drie
gedichtenbundels. De stem van Reints is onmiskenbaar de zijne.
Zijn stijl is helder en eenvoudig. Juist denken is niet noodzakelijk
gelijk aan diep en duister. Het denken kan ook lichtvoetig,
haast louter beschrijvend zijn. Reints is niet op zoek naar
de essentie van wat is maar hoe de dingen functioneren. Hij
schrijft intellectuele poëzie zonder te moeten vervallen
in een pseudo-denken. Poëzie is mogelijk met een objectieve,
wetenschappelijke, juiste blik, met een terminologie die niet
belast wordt door de metafysica van het verleden.
Weten hoe iets functioneert, is niet oppervlakkig. Het kijken
levert kennis op. Door het denkend oog wordt de werkelijkheid
nooit verloren; het zijn de zintuigen die er voor zorgen dat
het denken aards blijft. Bij Reints tref je geen metafysische
constructies maar je weet wel dat het over deze wereld gaat.
Hij is op zoek naar een betekenisloosheid: de dingen zijn de
dingen en dat inzicht levert een bevrijdend effect op.
Reints schroomt niet de dagdagelijkse woorden die de dagdagelijkse
werkelijkheid aanduiden in zijn gedichten te smokkelen. Hij
doet dat op een bijzonder vernuftige manier. Terwijl hij wel
degelijk over onze tijd schrijft, heb je nergens het gevoel
dat het louter en alleen modieus is. Hij beschrijft wel de hedendaagsheid
maar door afstand te nemen van de realiteit, stelt hij zich
op een abstracter niveau. En het is vanaf dat niveau –een
uitkijkpost- dat hij de wereld en de mensen als een antropoloog-socioloog
bekijkt. En dan komt de verwondering van de verlichte filosoof:
waarom gaat dat zo en niet anders? Zijn de mensen daarmee tevreden,
laat staan gelukkig?
Reints beschrijft de mensen als dingen: x doet dat, dat levert
iets op. Het is alsof ze geen vrije wil hebben: wat gebeurt,
gebeurt. Omdat het zo moet, omdat men zich in die bepaalde situatie
bevindt. Door die verwondering lijkt het erop dat alles aan
een volstrekte willekeur onderworpen is en de overbodigheid
van dit alles is dan ook zonneklaar. Het universum van Martin
Reints is een contingente wereld.
Reints bekijkt de wereld als een onthechte monnik. Wat de anderen
normaal vinden, vindt hij hoogst merkwaardig. Door zijn observaties
neer te schrijven, toont hij hoe erg deze wereld is. Soms lijkt
het erop dat hij zich van deze wereld afkeert maar anderzijds
is hij er wel de gretige beschouwer van. Is een leven zonder
de wereld wel mogelijk? Het mooie is echter dat Reints geen
moraalridder is –ook al is het oog altijd belanghebbend
en is het geziene een oordeel. Zijn gedichten zijn een oefening
in niet-willen en toch zien. De dichter is de onbewogene die
de wereld als een aquarium bekijkt en de dingen aanwijst. Het
wijzen is het standpunt.
De gedichten van Reints zijn ook door de taalhantering bevrijdend.
In sommige gedichten ironiseert hij het ambtelijk taalgebruik:
de omslachtigheid om niets te zeggen, het talent om het negatieve
te verbloemen. Hij doet dat door zelf een beenharde taal te
gebruiken, zijn woorden verwijzen naar de dingen en tussen beide
bestaat geen nevelland. De poëzie –om dat verfoeilijke
woord dan toch te gebruiken- zit hem in de verwondering, de
verbazing en vooral in het ritme dat steunt op de menselijke
stem.
Herman Gorter-prijs 1992 voor Lichaam en ziel
J. Greshoff-prijs 2000 voor Nacht- en dagwerk
Bibliografie
Waar ze komt daar is ze. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam,
1981
Lichaam en ziel. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 1992
Nacht- en dagwerk: beschouwingen. Uitgeverij De Bezige Bij,
Amsterdam, 1998
Tussen de gebeurtenissen. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam,
2000
Ballade van de winstwaarschuwing. Druksel, Gent, 2004
|