spacer
Contact Fondslijst Deelnemers beurs 1998-2006 Archief Links

vooraf

2005

2004

2003
» Nieuwsbrief
» Setola
» Devriendt
» Cantré

2002

2001

2000

1999

1998


o Home

toptop top

 

file:\\ druksel \ archief \ 2003 \ Jozef Cantré

Jozef Cantré (1890-1957): een selectie boeken

Jozef Cantré is misschien vooral gekend als houtsnijder en beeldhouwer maar in een kleine tentoonstelling wil DRUKsel aandacht vragen voor zijn typografisch werk, in de overtuiging dat dit werk als geheel misschien wel het sterkste is.

Wie Cantré zegt, zegt ook Anseele, de Gentse socialistische voorman die de coöperatieve beweging heeft uitgebouwd. Het beeld van Edward Anseele -de geheven arm naar de toekomst gericht, het volk tegen zijn lichaam gedrukt, Anseele die de wind doorklieft- is waarschijnlijk het krachtigste beeld dat Cantré gemaakt heeft –ook al is het beeld geen eenheid: het volk heeft niet dezelfde envergure als het personage Anseele- en heeft zeker bijgedragen aan de mythe-Anseele. En zoals alle andere mythes is ook deze niet de waarheid. Ander bekend beeldhouwwerk van hem is de ‘kop’ van Karel van de Woestijne (dat beeld heeft jarenlang in het Albertpark in Gent gestaan maar werd ontvreemd en nooit teruggevonden), in datzelfde park staat overigens ook het fries dat hij met Geo Verbanck uitgevoerd heeft; ‘Jonge dichter met de panfluit’ uit 1924 waar de invloed van Zadkine duidelijk merkbaar is; ‘De communicatiemedia’ (1953), het imposante beeld op het niet minder imposante postgebouw van Gaston Eysselinck in Oostende maar het is ook een voorbeeld hoe de vormsterkte bij Cantré toen danig verzwakt was.

Daarnaast is Cantré jarenlang de ‘stadsbeeldhouwer’ van Gent geweest –het beeld van Anseele is in deze context te zien- en van zijn hand zijn veel monumenten her en der verspreid in de stad. Veel is maakwerk, inspiratieloos, vorm zonder inhoud, inhoud zonder vorm. Een beeldhouwer die zich in het succes en de burgerlijkheid verloren heeft.

Ook zijn houtsneden en zijn tekeningen hebben niet altijd eenzelfde hoog niveau kunnen houden. Wat in zijn beginjaren revolutionair was –Cantré golfde mee op de toenmalige kunststromingen- evolueerde gaandeweg naar een kleinburgerlijk illustreren van alledaagsheid. Zijn sterkste werk in zijn latere periode is dat waar hij zowel elementen van het expressionisme als het surrealisme introduceerde.

Cantré was een intellectueel die met boeken leefde, die zich engageerde voor een andere wereld. Ook als kunstenaar is hij zijn hele carrière lang met boeken bezig geweest. Niet alleen heeft hij letters (initialen) gesneden maar ook vignetten verzorgd; voor sommige boeken tekende hij de omslag, voor andere ook de illustraties en van sommige andere heeft hij de vormgeving ontworpen. Zijn boeken verschenen in bibliofiele en in handelsedities. Daarnaast heeft hij bij heel wat tijdschriften het uitzicht bepaald.

Na een overzichtstentoonstelling van Cantré in Breda, schreef Alex Campaert in ‘De linie’ van 12 september 1959, dat hij bij het weerzien van dat werk teleurgesteld was: Cantré was geen voorloper en hij heeft zijn artistieke creativiteit niet kunnen volhouden, noch zijn prenten, noch zijn beeldhouwwerk kunnen de tand des tijds weerstaan, maar:

“Toch willen we hier een lans breken voor de Cantré, die een grote invloed heeft uitgeoefend op de restauratie van het boek. Voor ons blijft zijn grote verdienste, dat hij, vooral in de zuidelijke Nederlanden, het uiterlijk van het boek heeft helpen verjongen en vernieuwen en ook, dat hij het is geweest, die hier als eerste de boekillustratie weer als een organisch element in de boekdrukkunst heeft weten op te nemen. We zeggen: hier. Want ook in dit opzicht was hij –Europees gezien- geen eersteling. Hij had de conjunctuur mee, maar hij heeft daar goed en eerlijk gebruik van gemaakt.”

Jozef Cantré werd geboren in 1890 in Gent. Na zijn academiejaren werkte hij in de jaren 1905-1912 samen met Gust De Smet, Frits Van den Berghe en Albert Servaes, ook al behoorde hij strikt genomen niet tot de tweede Latemse groep. Omwille van zijn activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij naar Nederland. Vlaanderen sluimerde nog in het impressionisme, in Nederland was het klimaat al ontvankelijk voor expressionisme, kubisme en futurisme. De Vlamingen profiteerden van dit klimaat en hebben hier hun artistieke geboorte meegemaakt. Ook al had Cantré in Nederland succes, hij bleef toch werken in de schaduw van Gust De Smet en Frits Van den Berghe. Maar hij heeft ook zijn invloed doen gelden zowel op De Smet als op Van den Berghe in die werken waar de vormen een sculpturale dimensie gekregen hebben. Het is ook onder invloed van Cantré dat Gust De Smet (om de dood van zijn zoon te verwerken) een reeks houtsneden heeft aangepakt.

In een aantal boekontwerpen heeft hij het maximum van zijn kunnen gelegd. Zijn affiniteit met de boekenwereld werd ook geconcretiseerd in een aantal opdrachten. Van 1940 tot 1946 was hij lesgever ‘Moderne typografie en illustratie van het boek’ aan het Hoger Instituut voor Architectuur en Sierkunsten in Brussel en van 1941 tot 1957 was hij lesgever in de houtsnijkunst aan het Plantin-genootschap in Antwerpen

Een greep uit zijn boekenproductie: Cinq contes (Marcel Arland), Robinson (Lode Baekelmans), De stervende (Anna Blaman), Fabula rasa (Gaston Burssens), Kobeke (Ernest Claes), Met 13 aan tafel (Johan Daisne), Kind, bloem en dier (Maurice De Doncker), La lumière (George Duhamel), Kaas (Willem Elsschot), Het huis (Marnix Gijsen), De ellendigen (Victor Hugo), Aan de voet van het belfort (Achilles Mussche), Jules Renard (Natuurlijke historietjes), De nieuwe Esopet en De boer die sterft (Karel van de Woestijne), Celibaat (Gerard Walschap), …

Jozef Cantré was ook een ‘tijdschriftenman’. Voor Selection , Lumière, Variétés, Cahiers de Belgique, De gemeenschap, Regenboog en Ruimte heeft hij vignetten, illustraties en boekomslagen verzorgd.

Over het werk van Jozef Cantré verschenen artikels in diverse tijdschriften, er is een monografie door André De Ridder maar een alomvattende monografie is er nooit gekomen. Ook de artikels zijn zelden van een degelijk niveau. Er ontbreekt een oeuvrecatalogus en een alomvattend overzicht van zijn medewerking aan uitgeverijen en tijdschriften. Moge deze kleine tentoonstelling misschien een aanzet zijn tot een gedegen studie van het werk van Cantré.

html by Tankred
version 2.2 - © Druksel