file:\\ druksel \ archief \ 2003 \ Jozef Cantré
Jozef Cantré (1890-1957): een selectie boeken
Jozef Cantré is misschien vooral gekend als houtsnijder
en beeldhouwer maar in een kleine tentoonstelling wil DRUKsel
aandacht vragen voor zijn typografisch werk, in de overtuiging
dat dit werk als geheel misschien wel het sterkste is.
Wie Cantré zegt, zegt ook Anseele, de Gentse socialistische
voorman die de coöperatieve beweging heeft uitgebouwd.
Het beeld van Edward Anseele -de geheven arm naar de toekomst
gericht, het volk tegen zijn lichaam gedrukt, Anseele die de
wind doorklieft- is waarschijnlijk het krachtigste beeld dat
Cantré gemaakt heeft –ook al is het beeld geen
eenheid: het volk heeft niet dezelfde envergure als het personage
Anseele- en heeft zeker bijgedragen aan de mythe-Anseele. En
zoals alle andere mythes is ook deze niet de waarheid. Ander
bekend beeldhouwwerk van hem is de ‘kop’ van Karel
van de Woestijne (dat beeld heeft jarenlang in het Albertpark
in Gent gestaan maar werd ontvreemd en nooit teruggevonden),
in datzelfde park staat overigens ook het fries dat hij met
Geo Verbanck uitgevoerd heeft; ‘Jonge dichter met de panfluit’
uit 1924 waar de invloed van Zadkine duidelijk merkbaar is;
‘De communicatiemedia’ (1953), het imposante beeld
op het niet minder imposante postgebouw van Gaston Eysselinck
in Oostende maar het is ook een voorbeeld hoe de vormsterkte
bij Cantré toen danig verzwakt was.
Daarnaast is Cantré jarenlang de ‘stadsbeeldhouwer’
van Gent geweest –het beeld van Anseele is in deze context
te zien- en van zijn hand zijn veel monumenten her en der verspreid
in de stad. Veel is maakwerk, inspiratieloos, vorm zonder inhoud,
inhoud zonder vorm. Een beeldhouwer die zich in het succes en
de burgerlijkheid verloren heeft.
Ook zijn houtsneden en zijn tekeningen hebben niet altijd eenzelfde
hoog niveau kunnen houden. Wat in zijn beginjaren revolutionair
was –Cantré golfde mee op de toenmalige kunststromingen-
evolueerde gaandeweg naar een kleinburgerlijk illustreren van
alledaagsheid. Zijn sterkste werk in zijn latere periode is
dat waar hij zowel elementen van het expressionisme als het
surrealisme introduceerde.
Cantré was een intellectueel die met boeken leefde, die
zich engageerde voor een andere wereld. Ook als kunstenaar is
hij zijn hele carrière lang met boeken bezig geweest.
Niet alleen heeft hij letters (initialen) gesneden maar ook
vignetten verzorgd; voor sommige boeken tekende hij de omslag,
voor andere ook de illustraties en van sommige andere heeft
hij de vormgeving ontworpen. Zijn boeken verschenen in bibliofiele
en in handelsedities. Daarnaast heeft hij bij heel wat tijdschriften
het uitzicht bepaald.
Na een overzichtstentoonstelling van Cantré in Breda,
schreef Alex Campaert in ‘De linie’ van 12 september
1959, dat hij bij het weerzien van dat werk teleurgesteld was:
Cantré was geen voorloper en hij heeft zijn artistieke
creativiteit niet kunnen volhouden, noch zijn prenten, noch
zijn beeldhouwwerk kunnen de tand des tijds weerstaan, maar:
“Toch willen we hier een lans breken voor de Cantré,
die een grote invloed heeft uitgeoefend op de restauratie van
het boek. Voor ons blijft zijn grote verdienste, dat hij, vooral
in de zuidelijke Nederlanden, het uiterlijk van het boek heeft
helpen verjongen en vernieuwen en ook, dat hij het is geweest,
die hier als eerste de boekillustratie weer als een organisch
element in de boekdrukkunst heeft weten op te nemen. We zeggen:
hier. Want ook in dit opzicht was hij –Europees gezien-
geen eersteling. Hij had de conjunctuur mee, maar hij heeft
daar goed en eerlijk gebruik van gemaakt.”
Jozef Cantré werd geboren in 1890 in Gent. Na zijn
academiejaren werkte hij in de jaren 1905-1912 samen met Gust
De Smet, Frits Van den Berghe en Albert Servaes, ook al behoorde
hij strikt genomen niet tot de tweede Latemse groep. Omwille
van zijn activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij
naar Nederland. Vlaanderen sluimerde nog in het impressionisme,
in Nederland was het klimaat al ontvankelijk voor expressionisme,
kubisme en futurisme. De Vlamingen profiteerden van dit klimaat
en hebben hier hun artistieke geboorte meegemaakt. Ook al had
Cantré in Nederland succes, hij bleef toch werken in
de schaduw van Gust De Smet en Frits Van den Berghe. Maar hij
heeft ook zijn invloed doen gelden zowel op De Smet als op Van
den Berghe in die werken waar de vormen een sculpturale dimensie
gekregen hebben. Het is ook onder invloed van Cantré
dat Gust De Smet (om de dood van zijn zoon te verwerken) een
reeks houtsneden heeft aangepakt.
In een aantal boekontwerpen heeft hij het maximum van zijn kunnen
gelegd. Zijn affiniteit met de boekenwereld werd ook geconcretiseerd
in een aantal opdrachten. Van 1940 tot 1946 was hij lesgever
‘Moderne typografie en illustratie van het boek’
aan het Hoger Instituut voor Architectuur en Sierkunsten in
Brussel en van 1941 tot 1957 was hij lesgever in de houtsnijkunst
aan het Plantin-genootschap in Antwerpen
Een greep uit zijn boekenproductie: Cinq contes (Marcel Arland),
Robinson (Lode Baekelmans), De stervende (Anna Blaman), Fabula
rasa (Gaston Burssens), Kobeke (Ernest Claes), Met 13 aan tafel
(Johan Daisne), Kind, bloem en dier (Maurice De Doncker), La
lumière (George Duhamel), Kaas (Willem Elsschot), Het
huis (Marnix Gijsen), De ellendigen (Victor Hugo), Aan de voet
van het belfort (Achilles Mussche), Jules Renard (Natuurlijke
historietjes), De nieuwe Esopet en De boer die sterft (Karel
van de Woestijne), Celibaat (Gerard Walschap), …
Jozef Cantré was ook een ‘tijdschriftenman’.
Voor Selection , Lumière, Variétés, Cahiers
de Belgique, De gemeenschap, Regenboog en Ruimte heeft hij vignetten,
illustraties en boekomslagen verzorgd.
Over het werk van Jozef Cantré verschenen artikels in
diverse tijdschriften, er is een monografie door André
De Ridder maar een alomvattende monografie is er nooit gekomen.
Ook de artikels zijn zelden van een degelijk niveau. Er ontbreekt
een oeuvrecatalogus en een alomvattend overzicht van zijn medewerking
aan uitgeverijen en tijdschriften. Moge deze kleine tentoonstelling
misschien een aanzet zijn tot een gedegen studie van het werk
van Cantré.
|