PAUL CLAES
terug naar fondslijst
home
|
|
'Zone' van Guillaume Apollinaire, vertaald en geduid door Paul Claes
- De oplage bedroeg 126 exemplaren. 100 genummerde boeken
werden bestemd voor de verkoop, 26 geletterde voorbehouden
voor de uitgeverij. Alle exemplaren werden gesigneerd door de
vertaler.
- Het geprinte boek meet 17,5 x 25 cm en bevat 30 bladzijden.
- In blind papieren omslag (Canson).
- De vormgeving van het binnenwerk volgt enigszins het 'brutalisme' van het gedicht zelf: een zachte regelloosheid.
- De laatste woorden van het gedicht zijn 'Soleil cou coupé / Ont hoofde zon'. In de papieren omslag zit de zon
gevangen.
- Het boek kost 15 euro - zonder verzendingskosten.
- Het werk kan besteld worden via johan dot velter at scarlet dot be.
Paul Claes, de vertaler, over dit gedicht:
"Zone, een van de allereerste avantgardeteksten, is nu een eeuw oud. In de zomer van 1912 schreef Guillaume Apollinaire een
lang gedicht dat hij onder de titel 'Cri' (Kreet) publiceerde in het decembernummer van het tijdschrift 'Les soirées de Paris'.
In 1913 gebruikte hij de tekst als openingsgedicht voor de bundel 'Alcools'. Op de drukproeven veranderde hij de titel in 'Zone'
en schrapte hij alle interpunctie.
Als model diende 'Les Pâques à New York' (Pasen in New York). Het gedicht dat Blaise Cendrars in april 1912 schreef bestaat uit 205
gepaard rijmende verzen, meestal alexandrijnen, en roept de Verlosser aan in de moderne wereldstad New York. De 155 verzen van 'Zone'
zijn qua lengte en rijm onregelmatiger en vertonen een minder uitgesproken religieuze thematiek. Het stadsgedicht van Apollinaire
beschrijft de dwaaltochten van de marginale hoofdpersoon door Parijs.
Het gedicht vermengt op kubistische wijze diverse ruimtes, tijden en standpunten en wisselt waarnemingen, herinneringen en kwellingen af.
Typisch voor die zwevende identiteit is de afwisseling tussen 'ik' en 'jij': toeschouwer en belever, spreker en toehoorder.
De existentiële problematiek van de enkeling in de grootstad doet denken aan 'Malte Laurids Brigge', de roman die Rainer Maria Rilke
enkele jaren daarvoor schreef."
De titel, Zone, kan nog het best begrepen worden als banlieue. De 'zone' was in Parijs het gebied dat voor militaire acties
gevrijwaard moest blijven. Dit wil zeggen dat de verdediging vanaf de stadswallen niet verhinderd mocht worden door gebouwen.
In de tijd dat Apollinaire zijn gedicht schreef (en daar ronddwaalde) was al gebleken dat de stadswalverdediging niet zeer
doeltreffend meer was en dus was het hele gebied ingenomen door mensen die ruimte zochten. Kleine neringdoeners, cafégasten,
prostituees, marginalen en inwijkelingen bevolkten het gebied. Zone was een restgebied geworden.
Het woord zone heeft in de twintigste eeuw een eigen geschiedenis gekend en door de toekomst van dit woord, is de betekenis van het
gedicht voor ons ook anders geworden. Het gedicht getuigt nu ook van de verwording van het modernisme.
'Mort à crédit' (1936) van Louis-Ferdinand Céline. De 'held' zit al vijftien vast in de 'zone' 'en ze houden me in de gaten,
ze willen zien hoe ik me red, al dat tuig doet onbeschoft tegen me, kijkt diep op me neer.' (vertaling Frans van Woerden).
In 1995 publiceert Jean Rolin 'Zones', een rondreis door de achterbuurten van Parijs, een troosteloos verslag over troosteloze mensen.
Een vergaarbak van leegte en zinloosheid. Op dinsdag 7 juni passeert hij het vroegere woonhuis van Céline.
In de film 'Stalker' (in sommige landen uitgebracht als 'Zona') van Andrej Tarkovski staat de zone voor het verboden gebied.
Wat er ook gebeurd moge zijn, is hier niet van belang wel dat dit gebied door de overheid 'verlaten' is, dat dit gebied niet langer
door de overheid gecontroleerd wordt. Een interpretatie zou kunnen zijn dat de zone staat voor de ongelimiteerde wensen en verlangens,
voor de driften die niet in bedwang gehouden kunnen worden. Een ongebreideld driftleven wordt dikwijls verbonden met de lagere klassen:
geen vormen. Ook hiermee zijn we terug in de banlieue beland.
De moderniteit heeft een merkwaardige evolutie meegemaakt. In de achttiende eeuw kwamen de 'philosophes' bij elkaar in en rond het
Louvre, een toen verloederde plek maar wel het centrum van de stad. In het begin van de twintigste eeuw leefden de kunstenaars in de
achterbuurten waar het vuil en smoezelig was. Ook de Cobra-schilders hokten nog in vervallen gebouwen. Langzaamaan is de moderne kunst
echter properder geworden, gladder, meer design en mocht ze zich in het centrum van de steden tonen. Afgestoft en sprekend met twee
woorden. De moderniteit is een levenswijze geworden. Wat niet in de 'city' getolereerd wordt, wordt verbannen naar de randen.
De moderniteit slorpte de restgebieden op: de tijd van het individu is volledig opgevuld (o.a. door de versnelling); alle ruimtes moeten
een functie hebben. De disciplinering van het publieke leven is een feit: wie zich misdraagt, wordt gefilmd of gefotografeerd. Controle is de realiteit
die onder het woord vrijheid verkocht wordt.
Hakim Bey introduceerde het begrip TAZ, 'tijdelijke autonome zone'. Hij duidde daarmee de tactiek aan om gebieden die niet gecontroleerd
zijn op te eisen (zoals Nadja door de stad dwaalde): het zijn gebieden waar er nog vrijheid kan heersen, waar men afgekeerd van de
maatschappij kan leven. Toen Bey zijn manifest schreef konden kunstenaars nog ruimtes in leegstaande fabrieken, op brakke gronden opeisen.
Vandaag gebruikt de overheid dit ideeëngoed en wijst ze gronden en gebouwen toe en dit in afwachting van exploitatie om zo de leegte/de
vrijheid te smoren.
Toen Apollinaire 'Zone' schreef stond dit nog voor een ongeregeld, ongecontroleerd en vrij leven. Vandaag is zone, banlieue,
een verbanning, een gebied die terug door de overheid verlaten wordt en waar toeristen geen toegang toe hebben maar het
is geen gebied van vrijheid gebleven. In het begin van de 21ste eeuw geldt in het openbaar domein het recht van de sterkste.
En de gebieden (ook de denkdomeinen) waar vrijheid mogelijk was, zijn opgeheven, in beslag genomen door een uniform denken en leven.
Honderd jaar na de verschijning van 'Zone', geeft Paul Claes ons een nieuwe vertaling. Dit is de vierde Nederlandse vertaling die sinds
1981 verschenen is. De eerste vertaling is gebeurd door de grote Lucebert-kenner Aldert Walrecht. Rein Bloem en Jan Pieter van der Sterre zijn hem gevolgd.
Ook in andere talen werd 'Zone' vertaald.
Bekend is de Tsjechische vertaling van Karel Capek door de illustraties van Josef Capek. In bepaalde opzichten doen ze denken aan Edvard Munch. De radeloosheid, de verlatenheid.
In het Engels werd 'Zone' vertaald door o.a. Donald Revell. De vertaling van Samuel Beckett is nog steeds een revelatie.
|