SASKIA DE JONG
terug naar fondslijst
home
|
|
file:\\ druksel \ fondslijst \ saskia de jong \meer
Muziek die wast - over het werk van Saskia de Jong
Saskia de Jong debuteerde in 2004 met de bundel 'zoekt vaas'. De omslagtekst intrigeerde:
"Deze bundel bevat: een aantal honden, jaargetijden, gisteren, de binnenkant van een vrouw,
onbegrepen prairie, oestrogeen. Voor wie de woorden gewassen wil hebben, voor wie de woorden
uit de grond getrokken wil hebben als aardappels, voor wie de woorden uit de huid getrokken
wil hebben als haren of daaronder vandaan als organen. Gedichten losgerukt uit de grootstad,
uit straten en wijken, gestolen uit lichaam en melkweg, gedrukt uit het zwart van wat niet
vergeten is, op het wit van wat nog gezegd moet."
Duidelijk zou nu moeten zijn: dit is geen poëzie om te consumeren, om op te sturen en geliefd
te willen worden.
Haar programma: 'het is ten einde te brengen verbinding van beelden van iets wat bestaat en-en ordenen'
(uit het gedicht 'openingsreden').
De Jong gaat op een superieure manier met de taal om, niet om
te verbluffen maar om de werkelijkheid duidelijker te maken (of
om duidelijk te maken dat ze niet te kennen is). Ze verknalt de
syntaxis, gebruikt de woorden in verschillende betekenissen, snijdt
in gevoelens, zingt de woordklanken. In sommige gedichten proef
je de wereld van een Elfriede Jelinek: vrouwelijk zonder vrouwelijk
te moeten zijn. Ze ordent de woorden zoals ook de werkelijkheid
geordend zou willen zijn. Maar het mislukt: de taal blijft steeds
de taal en als een jonge hond niet te bedwingen: 'heb een jas
ijdel beeld'. Zo blijft er niet veel meer over dat ons zekerheid
kan bieden: woorden vluchten, de realiteit is niet te vatten,
mensen lopen weg of sterven. De bundel 'zoekt vaas' is werkelijk
een debuutbundel: hier wordt een begin gemaakt, een traject uitgestippeld
en die bevat alleen maar mogelijkheden die veelbelovend zijn.
Saskia de Jong schuwt het persoonlijke niet. Het gedicht 'achter
de zon' is daar een voorbeeld van: 'misplaatste herfst zorgde
voor de finale / aftakeling van een verdorven liaison; […]'. Ze
plaatst het persoonlijke echter in een ruimer cultureel kader:
er zijn verwijzingen naar de mythologie, het christendom, het
humanisme. Deze verwijzingen zijn evidenties en worden gekoppeld
aan hedendaagse begrippen, beelden, situaties. Het is vooral daardoor
dat deze bundel zo indrukwekkend overkomt: een individu als exponent
van een verleden dat bovendien niet zozeer problematisch is, maar
juist eventualiteiten bevat. Het gedicht 'in de HEMA horen mensen
thuis' bestaat uit drie afdelingen. De eerste is de situatieschets:
een man zit aan een tafel, een serveerster komt bij hem. De tweede
afdeling bevat de gedachten van de man, de derde van de vrouw.
Hoe de dingen ook samen komen, toch blijft alles van elkaar verwijderd.
Er wordt bewust verwarring gezaaid. Zinnen vloeien in elkaar,
leestekens worden achterwege gelaten en toch zijn de situaties,
de beschrijvingen herkenbaar. Niet dat de gedichten een realisme
nastreven, ze willen de lezer de ogen wassen.
Bibliografie:
zoekt vaas, Bert Bakker, 2004
poëzie, Druksel, 2005
resistent, Prometheus, 2006
|